Hoofdstuk 3.5: Alesia


3.5 Alesia

Vercingetorix trekt naar Alesia

"Fugato omni equitatu Vercingetorix copias, ut pro castris collocaverat, reduxit protinusque Alesiam, quod est oppidum Mandubiorum, iter facere coepit celeriterque impedimenta ex castris educi et se subsequi iussit. Caesar impedimentis in proximum collem deductis, duabus legionibus praesidio relictis, secutus quantum diei tempus est passum, circiter tribus milibus hostium ex novissimo agmine interfectis altero die ad Alesiam castra fecit. Perspecto urbis situ perterritisque hostibus, quod equitatu, qua maxime parte exercitus confidebant, erant pulsi, adhortatus ad laborem milites circumvallere instituit."

D.B.G., VII, lxviii
"Na de vlucht van heel zijn ruiterij keerde Vercingetorix met zijn troepen, zoals hij ze voor het kamp had opgesteld, terug en begon dadelijk een mars naar Alesia, een vesting van de Mandubii. Hij beval de legertros snel het kamp te verlaten en hem op de voet te volgen. Nadat Caesar zijn tros op de dichtstbijzijnde heuvel had afgelegd en er twee legioenen had achtergelaten ter bescherming, achtervolgde hij Vercingetorix zolang als het daglicht toeliet. Hij doodde ongeveer 3.000 vijanden in de achterhoede en sloeg de volgende dag zijn kamp op vóór Alesia. Toen de ligging van de stad was verkend en de vijanden hevig verschrikt waren omdat hun ruiterij, het deel van hun leger waarin zij het meest vertrouwen hadden, verslagen waren, spoorde Caesar zijn soldaten aan tot de arbeid en begon Alesia te omwallen."
Vercingetorix in Alesia ziet de bouw van de verdedigingswallen
Vercingetorix, omsingeld door de Romeinse belegeringswerken. Tekenaar onbekend.